Een zegen is een vistuig dat vakkundigheid vereist vanwege de omvang en effectiviteit van deze methode. Door ruime ervaring en expertise kan er vertrouwd met deze zegen worden omgegaan. De zegen is samengesteld uit drie stukken net, te weten twee lange vleugels met daar tussenin een kleiner gedeelte, de staart genoemd. Aan de bovenlijn (kurklijn) van het netwerk is een reeks van drijvers bevestigd. De onderlijn (loodlijn) van het net is verzwaard met stenen. Hierdoor hangt de zegen als een soort van gordijn in het water. De zegen wordt met behulp van een boot in een halve cirkel in het water uitgevaren.
Vervolgens wordt de zegen met de hand of met behulp van hydraulische lieren vanuit een boot, langzaam aan touwen naar de waterkant dichtgetrokken. De vissen worden hierdoor ingesloten en belanden tenslotte in de staart. Daarna worden de vissen met een schepnet (de beugel) uit de staart in teilen geschept. Vervolgens worden ze naar de verwerkingsplaats gebracht.
Deze methode van vissen is zeer diervriendelijk door een overlevingskans van 100%.
Deze zegens kunnen uiteenlopen van 15 meter tot 465 meter lang, en van 1 meter tot 13 meter diep. Hierdoor kunnen alle mogelijke wateren worden bevist. Alle zegens zijn volgens het STOWA handboek.